Naar aanleiding van de vorige KOMPUTADZOO schijn ik met Paul de Leeuw vergeleken te zijn: `Leuk,
maar wel een beetje grof.' Natuurlijk is het een dodelijke belediging om vergeleken te worden met
wie-dan-ook uit het Nederlandse amusementswereldje, maar met Paultje heb ik in ieder geval een paar
interessante ervaringen gemeen die mijn respect voor mijn lieve landgenoten ook al niet hebben doen
toenemen. Niettemin: er is op die hele Gooise matras maar een man die werkelijk cojones heeft - en
dat is niet Paul de Leeuw.
Over naar de orde van de dag, want ik heb deze keer een voorstel. Een Boodschap met grote B, zo u
wilt. Al jaren lang is er in mij een ergernis groeiende die er onderhand maar eens uit moet en vandaag is
het eindelijk zover. Laat ik dan de hofnar van de universiteit zijn, de dorpsidioot die men elkaar besmuikt
achter de hand aanwijst, de brand roepende clown van Kierkegaard: laat dit niettemin de grote dag
zijn dat men unaniem roept `Paijmans heeft gelijk!' Voer mij naar het front van de menigte, druk mij de
fakkel van het oproer in de hand, de Phrygische muts op het hoofd en volg mij over de campus naar de
noordzijde van het computercentrum, naar de zogenaamd(e) 'kritiese boekwinkel' die daar is gevestigd.
Quousque tandem abuti patientiam nostram, hoelang nog moet ons geduld op de proef worden gesteld
door dat relict uit de zestiger jaren, dat anachronisme uit onze Sturm en Drang periode, die misplaatste
kritische frietkraam die daar op de begane grond van het C-gebouw de beschimmelde geur van een
ontoereikend gebalsemde partijsecretaris staat te verspreiden? Heel af en toe loop ik er wel eens binnen
om me te vergapen aan die uitgeversrestanten die in het communistische Oostberlijn van 1972 al
weggelachen werden. Er is verdomme nooit of te nimmer een klant te zien en de neringdoende achter
de toonbank ziet er ook al uit alsof ze hem toendertijd in het Maagdenhuis zijn vergeten op te vegen (en
ik kan het weten!). Zelfs onze Frens, die toch één van de laatste linkse activisten op deze burgerlijk-
decadente universiteit is, heeft het mij beaamd: de jichtige en schichtige communisten die dit verkalkte
relict nog in leven trachten te houden, zijn volledig van de pot gerukt.
Let wel, lieve lezer, deze jichtige en schichtige communisten zijn mij duizendmaal liever dan de racisten
Janmaat en Bolkestein en de verkommerde manifesten die men daar probeert te slijten zijn tienduizend
maal meer waard dan het partijprogramma van de VVD. Niettemin: waarom kunnen we van dat museum
niet een echte boekwinkel maken, zo één waar je na werktijd nog even binnenloopt om te kijken of de
nieuwe Prattchet er al is, of een sappige Whodunnit, de laatste BYTE of desnoods Elseviers Magazine?
Al moet dat dan met een electronisch alarm aan de uitgang en het categorische verbod tassen mee naar
binnen te nemen? Ware democratie is een boekwinkel voor iedereen!
Paai
|