Enige tijd geleden probeerde ik al eens hintsgewijs Paai's warme
plekkie in Komputadzoo over te nemen. Ik beklaagde me er toen over
dat-ie maar niet dood wilde. En nu blijkt dat hij niet alleen niet
dood wil, maar ook niet niet wilde promoveren. Waarom zou iemand zich
na zoveel jaren nog moeite getroosten om note bene met een letter
minder door het leven te moeten? Had de fakulteit misschien de
hand weten te leggen op een exemplaar van de Encyclopedia of cruel
and unusual punishment, een werkje waarnaar Paai zelf al jaren op
zoek is? Ik stel me zo voor dat zijn mentor het beruchte werkje
betekenisvol met de titel duidelijk leesbaar op zijn buro had liggen
tijdens het laatste voortgangsgesprek. Een guitige streek jegens
iemand die zelf gedreigd heeft met de toepassing van lantaarnpalen
voor korrektieve doeleinden (overigens zal hij het voorlopig met de
houten spiets moeten doen die hij van Tim gehad heeft. Vampieren op de
KUB, berg U!).
De promotie dus. De buitenmaatse aula van de KUB stroomt toch nog
redelijk vol voor een doordeweekse promotie. Om mij heen zitten
talloze snuiten die ongetwijfeld horen bij de bevolkers van
kub.flw.misc; Paai's schapen om het zo maar eens te zeggen. Schuin
voor mij zit Tim 'Vladimir de Palenprikker' met zijn spiets (ik dacht
dat Paai iedereen zou laten fouilleren?), en iets verder naar rechts
zit een van die fameuze Letterenmeisjes zichzelf op te vreten;
duidelijk zenuwachtiger dan de promovendus. Na een introduktie neemt
de verdediging een aanvang en al spoedig blijkt dat dit de eerste promotie
is waarvan ik het onderwerp enigszins kan volgen.
Paai legt geduldig uit dat dokumenten voor te stellen zijn als zich
bevindend in een n-dimensionale ruimte, waarin elke dimensie een
aspekt of trefwoord voorstelt. De afstand langs elke as bepaalt dan de
mate van relevantie met betrekking tot 1 aspekt. Als de assen van de
aula bijvoorbeeld voor katten, honden en schapen staan, betekent dat
dat de lampen boven het podium ongeveer 80% kat en 40% hond zijn, wat
betekent dat de promotores zich in de drop zone bevinden. Ook
legt de promovendus uit dat zich in de bibliotheek de zogenaamde
Booleaanse beweging bevindt, die kortweg beweert: "Die lampen zijn
helemaal kat en helemaal hond; of ze zijn het niet, en verder
geen gezeur". En nu begrijp ik ineens waarom het er op promoties in
vroeger tijden zo gezellig aan toe kon gaan, als de partijen vechtend
over de grond rolden en de paranimfen de promovendus uit een
onontwarbare kluwen magisters moesten trekken.
De delegatie van de bibliotheek, ondertussen, kan niets anders doen
dan schaapachtig kijkend de aanval over zich heen laten komen. Het is
namelijk tegenwoordig niet meer de bedoeling om op het schavot te
klimmen en de promo bij zijn slippen te vatten (die daar ongetwijfeld
voor bedoeld zijn). En toen begreep ik ineens waarom Paai toch nog
dat geschrift afgemaakt heeft: zijn 45 minutes of fame waren
ongetwijfeld op dat moment. En het enige wat de Booleaanse beweging
kan doen om het te pareren is zelf een proeve van bekwaamheid
afleggen. Ik nodig Thomas Place uit om een dissertatie te schrijven,
bijvoorbeeld met de titel Effects of psychological warfare on the
field of Information Retrieval. Misschien wil ik wel paranimf
worden, en kan ik nog van iemand een spiets lenen.
|