KOMPUTADZOO

Paai





kubitlogo
terug
terug

Foto Paai De Olympische spelen zijn god-zij-dank weer voorbij. Dat je elk jaar aan je kop wordt gezeurd dor hele hordes overkokende sportverslaggevers over de Tour de France of een of ander voetbalkampioenschap is al erg genoeg, maar eens in de vier jaar moet je dan ook nog eens verplicht het al lang verrotte maar met veel make-up en siliconen overeindgehouden lijk van de Olympische gedachte aanschouwen en dat is doorgaans meer dan mijn lankmoedige karaktertje kan verdragen. Dat neemt niet weg dat ik soms een grimmig plezier put uit het aanschouwen van de media en af en toe het gevoel krijg dat ik naar wezens van een andere planeet zit te kijken. Alleen duurt dat gevoel nooit zo lang want in tegenstelling tot sommige Bobo's die zich deze column stiekum door hun secretaresses laten voorlezen heb ik ooit een geschiedenisboek van binnen gezien en zal me dus niet snel meer verbazen over de contorties en spasmen waarmee de Untergang des Abendlandes gepaard gaat.

Maar ook tijdens de ineenstorting van het Romeinse rijk had je lange, lome zomermiddagen en ik lig in mijn hangmat tussen mijn oogharen door naar de pauwen te kijken. Zelfs zonder uitgevouwen staart zijn het duidelijk allochtonen die zich een heel stuk minder op hun gemak voelen dan de ganzen die vrijelijk over het grasveld marcheren. De kop wordt achterdochtig met korte rukjes heen en weer bewogen en er is geen sprake van dat ze naar me toe komen om zich onder de hals te laten kietelen zoals mijn grote vriend en bondgenoot, Keesje de witte ganzerik, soms wel doet. Dat verdriet mij want het liefst zit ik als wijlen Orpheus te midden van de wilde dieren al zal ik het wel uit mijn hoofd laten om in gezang uit te barsten.

Een eindje verder staan de paarden tevreden voor zich uit te dommelen en telkens als ze met hun voet stampen om de vliegen te verjagen wolkt er wat stof tussen de benen omhoog. De wei is behoorlijk kaalgevreten, maar des te mooier komen het gele Teuniskruid en de witte schermen van een of andere kervelsoort tot hun recht die bijna manshoog bij de omheining groeien.

Het is alleen jammer dat zulke zomerse dagen zelden samenvallen met de al even weinig voorkomende dagen dat ik niet op korte termijn dringend dit moet lezen of dat moet schrijven. Want al behoor ik tot de weinigen die de Grote Economische Leugen Doorzien (ja ja, subtiele typografie hier), toch kan ik me er niet aan onttrekken. Onnodig te zeggen dat dit me niet gunstig stemt ten opzichte van de mensen die deze leugen willens en wetens in stand houden en als het aan mij lag werden alle hoogleraren van onze economische faculteit een jaar lang direct na het eten naar bed gestuurd. Of zoiets. Wacht maar tot ik premier word!



KOMPUTADZOO
Paai


terug
terug

c kubit