Hoera! De college's zijn begonnen. Uw dienaar heeft vorige week het
introductiekamp van de letterenstudenten weer overleefd, al had het
dit keer niet veel gescheeld of hij had het droevige lot van wijlen
Aktaioon moeten delen. Want onze Aktaioon was eens in de bossen over
de godin van de jacht gestruikeld terwijl deze aan het baden was en al
voerde hij honderd keer aan dat ze het haakje op de deur had moeten
doen: ze liet hem ter plaatse door haar honden verscheuren. Had hij
zijn ogen maar dicht moeten doen.
En ik, lieve lezer, ik moest scheidsrechter spelen voor veertig
eerstejaars studentes die enthousiast aan het sporten sloegen op een
terrein waar na een plensbui toch al gauw tien centimeter water stond
en de taferelen die zich daarbij afspeelden zullen me tot het eind van
mijn leven achtervolgen. Thuisgekomen heb ik onmiddellijk al het ijs
uit de vriezer gekrabd en heb daarin een bad genomen en toen ging het
weer een beetje, dank u wel.
Maar ja, Groot is Goed en Veel is Lekker, zullen we in
navolging van heer Bommel maar zeggen en 's avonds nam ik de
traditionele wraak door het volk met kaart en kompas de Drunense
duinen in te jagen. Het is de bedoeling dat men daar dan een vierkant
wandelt met zijden van zo'n anderhalve kilometer, maar geloof het of
niet: onze toekomstige intellectuelen slagen er niet in deze
eenvoudige taak te volbrengen. Kaart, kompas, ondergaande zon of
poolster, geen van deze ingrediënten is bij machte om het groepje van
de eenmaal ingeslagen rechte lijn af te brengen en er wordt stram
verder gemarcheerd tot men bij Zandvoort of Venlo aangekomen de eerste
twijfel voelt opkomen: zitten we hier wel goed? Het Nederlandse geld
wordt omgewisseld in Duitse marken of Belgische francs en men belt in
paniek de thuisbasis op, maar daar vinden ze bij een hoonlachende
docent weinig sympathie. Teruglopen zullen ze, al hangt de tong ze op
de dure Nike's.
Het is inderdaad grappig hoe van jaar tot jaar de kennis van de
studenten verschuift. In het thuisbrengen van sterrenbeelden zijn het
nooit, eh, sterren geweest, maar dit jaar leidde het verzoek
om tien plantjes bij de naam te noemen eveneens tot onverwachte
problemen. Brandnetels werden na enig aandringen nog wel herkend, maar
daarna hield het snel op. Kamille, Klaver, Hondsdraf of Akkerwinde
waren evenzovele witte, of liever groene vlekken in de collectieve
kennisbank en ik kan alleen maar hopen dat dit tekort wordt
goedgemaakt door meer kennis en ervaring van computers en
Internet. Maar de tekenen zijn niet hoopvol, want een van de dames
verkeerde in de veronderstelling dat het Internet een busdienst in
midden Brabant was en ze snapte dientengevolge niet waarom we daar op
de universiteit zo'n drukte om moesten maken...
|