Tijdens het winkelen met vrouw en dochters word ik er steeds weer met
de neus op gedrukt hoe ontzettend veel kledingwinkels er toch in de
wereld zijn. Een stad als Tilburg bijvoorbeeld heeft in het centrum
misschien twee of drie boekwinkels, maar het aantal verkooppunten voor
textiel, van spijkerbroeken tot dure modezaken vermag ik niet te
schatten. En als klap op de vuurpijl is de voertaal van de
reclameborden bijna uitsluitend Engels, zodat het alomtegenwoordige
SALE op bijvoorbeeld de Franse bezoekers een merkwaardige indruk moet
maken. Maar goed: zolang de Grote Afvalmachine, die Beschaving
heet, blijft draaien is alles geoorloofd.
Het is toch iets raars met taal. Je zou verwachten dat de overdosering
met 'sale' en 'discount' op den duur toch een averechts effect zouden
moeten hebben, maar daar is geen sprake van. 'Mundus vult decipi,
decipiatur ergo', zoals mijn goede vader placht te zeggen, al zei hij
het op z'n Brabants. Maar in het Latijn maakt het meer indruk en
ik wil ook graag voor een geleerd man worden aangezien.
Een ander taalkundig hoogstandje dat de laatste maanden hand over hand
toeneemt is het eufemisme. Dat is altijd het geval als de verkiezingen
in zicht komen, maar deze keer worden er wel zeer afstotelijke
voorbeelden op de buis, c.q. de luidspreker gebracht. Zo hoorde ik
onlangs een links politicus juichen over het feit dat ouderen
tegenwoordig de gelegenheid krijgen om nieuwe uitdagingen aan te
gaan. U raadt het al: als je je hele leven krom hebt gewerkt bij de
hoogovens of op de steiger kun je op je vijfenvijftigste zonder meer
op straat gegooid worden, waarna je via een steeds korter durende
WW-periode in de bijstand terecht komt. Maar, zo jubelde deze nazaat
van Nieuwenhuis en Troelstra, een carriere als liftjongen of
lucifersverkoper kan nog zoveel zin aan het bestaan geven...
Ik mag van Henk niet meer wijzen op het grote vormende nut dat de
Profylactische Applicatie van Lantaarnpalen kan hebben. Maar
literatuur mag ik nog steeds citeren en ik zou opnieuw iedereen de
laatste strofe van Brechts Seerauber Jenny willen aanbevelen:
Und an diesem Abend wird es still sein am Hafen
Wenn man fragt wer wohl sterben muss
Und dan werden sie mich sagen hören - "Alle"
Und wenn dann der Kopf fällt sag' ich - "Hopla"
|